Toegevoegd aan winkelwagen
Werken XVII. Van Amsterdamse burgers tot Europese aristocraten
Dr. S.A.C. Dudok van Heel (redactie: A.M.W. Bulk-Bunschoten, R.J. van der Maal en M.B. de Roever), Van Amsterdamse burgers tot Europese aristocraten. Hun geschiedenis en hun portretten. De Heijnen-maagschap 1400-1800. Werken uitgegeven door het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, 2008, 1134 blz.
De auteur, groot kenner van Amsterdamse geslachten en hun geschiedenis, brengt in dit lijvige en doorwrochte jubileumwerk de nazaten in kaart van de ‘maagschap’ Heijnen en Boelen, een sociaal en politiek vooraanstaande en onderling nauw verwante groep binnen het Amsterdamse stadspatriciaat vóór de Alteratie van 1578. Van Heel toont hierin aan hoe een groot deel van het nageslacht van deze machtige Amsterdamse ‘maagschap’ door de eeuwen heen invloed heeft weten te behouden en in belangrijke mate bijdroeg aan de ontwikkeling van Amsterdam tot Europees handelscentrum. Weliswaar verdween deze katholieke elite na de Alteratie grotendeels van het bestuurlijk schouwtoneel, in het sociale leven van de stad bleven veel afstammelingen een rol van betekenis spelen. In latere generaties werden geregeld buitenlandse adellijke titels verworven.
De nazaten van de in de Kalverstraat woonachtige ‘stamvader’ Claes Heijn Claesznszn, die omstreeks 1400 leefde, wordt zowel in de mannelijke als vrouwelijke lijn gevolgd tot het begin van de negentiende eeuw, waarbij veel takken, niet geheel verrassend in katholieke milieus, mettertijd leiden naar de Zuidelijke Nederlanden. In een lijvige toelichting van diverse hoofdstukken wordt uitvoerige achtergrondinformatie geboden.
Van Heel schrijft met dit werk – de eerste twee delen van wat uiteindelijk een grootse beschrijving zal worden van het nageslacht van dit oude Amsterdamse patriciaat – belangrijke sociale geschiedenis, vastgelegd in twee fraai uitgegeven hardcover banden en verlucht met talrijke illustraties. De meer dan duizend afgebeelde portretten leveren een fraai beeld van de ontwikkeling van de Nederlandse portretkunst vanaf circa 1500 en de vele foto’s van zegels getuigen van de ontwikkeling van de Amsterdamse burgerheraldiek in de vijftiende en zestiende eeuw. In navolging van bekende publicaties van J.E. Elias en mejuffrouw Dr. I.H. van Eeghen verwezenlijkte Van Heel hiermee een onmisbare en buitengewoon rijke bron voor genealogen, heraldici en (kunst)historici, in het bijzonder voor geïnteresseerden in de Amsterdamse en elitegeschiedenis.
Aanbevolen bij dit artikel :